Aardewerk
Deze knikkers zijn in veel landen gemaakt, ook in Nederland. Een typisch Nederlandse knikker is de gresknikker. Gres werd gebruikt voor het maken van kannen en kruiken maar ook rioleringsbuizen werden van gres gemaakt.
De knikkers werden als bijproduct gemaakt, de oven moest wel goed vol zijn, dus werd er opgevuld met klein materiaal, o.a. met knikkers.
Het glazuren deed men met zout, zoals gebruikelijk bij veel aardewerk. Vele eeuwen lang werden deze knikkers gemaakt, tot ongeveer begin 1900.
Naast de gresknikker is er natuurlijk ook de gewone kleiknikker, die bijna iedereen wel kent. Bijna overal ter wereld komt deze knikker voor en ook bijna overal werden of worden deze nog steeds gemaakt, ook in Nederland.
Erg populair bij vele knikkerverzamelaars zijn de klei- en porselein knikkers uit Duitsland. Deze knikkers staan vooral bekend om hun kleuren en decoraties, dit alles om de "saaie" naturel knikker iets op te vrolijken. Ze werden vanuit Duitsland veel naar de V.S., Engeland, maar ook in mindere mate naar Nederland geëxporteerd. Naast de gekleurde kleiknikkers zijn ook de zogenaamde Benningtons erg populair bij verzamelaars. In Nederland worden deze knikkers ook wel gevonden en worden ze nog wel eens Majolicaknikkers genoemd. Deze Benningtons werden gemaakt in het oosten van Duitsland, in Schlesien aan de Poolse grens.
Na WOII is dit gebied aan Polen toegewezen. De Benningtons zijn veel gemaakt in de periode 1850-1920. De naam Bennington is bedacht door de verzamelaars zelf, omdat de kleuren van het aardewerk van deze knikkers veel lijkt op dat van de Bennington pottery in Vermont (VS).
Zo werden er in Duitsland meerdere aardewerk knikkers gemaakt, die nu zeer gewild zijn bij vele verzamelaars. Echter de absolute nr. 1 is de porselein knikker, gemaakt in de deelstaat Thüringen. Behalve dat het porselein van zeer hoge kwaliteit was, het werd op hoge temperatuur gebakken, werden deze knikkers zeer vakkundig beschilderd met allerlei decoraties. Die liepen uiteen van simpele lijntjes tot complete taferelen, die de gehele oppervlakte van de knikkers bedekten. Men begon met het maken van die knikkers zo rond 1840 en ging door tot ongeveer 1910. De productie van deze knikkers kan men in drie periodes verdelen. Periodes die van veel invloed zijn op de zeldzaamheid en de decoratie van de knikkers.
De vroege periode: 1840-1865. De knikkers uit deze periode zijn het zeldzaamst. Niet alleen vanwege de ouderdom, maar ook omdat er het minst van zijn gemaakt. Dit omdat men zeer veel aandacht besteedde aan de kwaliteit van het porselein en aan de decoraties. De decoraties zijn dus ook veel "strakker" dan die van andere periodes. Deze vroege knikkers werden niet geglazuurd. Het aanbrengen van decoraties deed men veelal uit de losse hand, maar voor bijv. de lijntjes of rondjes, maakte men ook gebruik van een vernuftig apparaatje, waarop de knikker werd vastgezet en rondgedraaid.
De middenperiode: 1865-1890. Men begon met het glazuren van de knikkers, dit om de concurrentie aan te kunnen gaan met de handgemaakte glazen knikkers, ook uit Thüringen. Ook ging de productie omhoog, de vraag vanuit bijv. Amerika werd groter. De decoraties werden in de loop van de periode steeds slordiger.
De late periode: 1890-1910. Tijdens de late periode deed ook de machinale glazen knikker zijn intrede. Amerika, de grootste afnemer van Duitse knikkers, ging zelf machinaal knikkers van glas maken en kon zich daarmee in zijn eigen behoefte voorzien. In deze laatste periode was aandacht voor decoratie en kwaliteit al helemaal geen pré meer. Er moest zoveel mogelijk worden geproduceerd tegen een zo laag mogelijke kostprijs. De knikkers werden minder lang en op een lagere temperatuur gebakken en de decoraties bestonden veelal nog maar uit lijntjes of rondjes, die zeer slordig werden aangebracht. Rond 1910 stopte men met de productie van deze porseleinen knikkers.
Zoals gezegd gingen veel van deze porselein knikkers naar Amerika en in iets mindere mate naar Engeland. Daar worden ze ook nog regelmatig gevonden en verzameld. Gelukkig voor de Nederlandse verzamelaars echter, zijn er in de vroege periode ook relatief veel knikkers naar Nederland gekomen. Waarom weet ik niet, maar ik denk dat toen de vraag vanuit de V.S. nog niet zo groot was.
In Nederland kunnen we deze vroege knikkers dus gelukkig ook vinden, zij het in kleine mate en veelal door opgravingen. Maar gelukkig heb ik door de jaren heen enige mooie exemplaren kunnen vinden.